29-10-2024 IWB, het kan en moet beter.

Voordat ik gefundeerd mijn mening geef waarom de IWB nog beter kan worden, is het belangrijk dat u eerst het onderstaande verslag leest van de NPO bestuur.

NPO 22-10-2024

Mijmeringen

Waarom we het IWB en het Hitteprotocol moeten koesteren

De maatschappij om ons heen veranderd voortdurend. Tegen zaken als welzijn van onze duiven wordt heel anders aangekeken dan in het verleden. Als duivensport vinden we dat uitdagend en zijn we zoekende hoe daar mee om te gaan. In de sport zien we niet zelden een hang naar het verleden. Nationaal Orleans voor jonge duiven moet terug en het
Hitteprotocol en IWB vinden velen overbodig en lastig. Dat is kort gezegd kortzichtig!

De maatschappelijke opvattingen over dierenwelzijn en wat acceptabel is zijn drastisch veranderd en daar dienen we rekening mee te houden. De Raad voor
Dierenaangelegenheden, gesteund door het Ministerie van LNV, adviseert om een
dierenwelzijn plan op te stellen bij het bedrijven van sport met dieren en daar zijn we mee bezig. We worden regelmatig gecontroleerd door de NVWA en recent heeft ook de Dierenbescherming zich bij ons gemeld. En elke politieke partij stelt dierenwelzijn centraal bij het houden van dieren, ook als dat hobbymatig gebeurt.

Zonder een deugdelijke begeleiding bij het vervoer van duiven is het gauw gedaan met de
duivensport. De overheid verwacht dit van ons en het is een cruciaal onderdeel bij het in
stand houden van de zelfregulering van ons vervoer. Dat is de onderliggende reden dat we
recent ons vervoersreglement helemaal bij de tijd hebben gebracht en dat al onze
vervoersmiddelen sinds dit jaar zijn uitgerust met online meet- en registratie apparatuur en
dat we een Hitteprotocol hebben die het vervoer reguleert bij hogere temperaturen. En
door klimaatverandering zullen hittegolven
steeds vaker voorkomen.

Een ander onderwerp waar we een grote hang naar het verleden zien is bij het lossen van de
duiven. Vroeger losten we altijd vroeg, bestond er geen inversie enzovoort zijn wat
meningen die regelmatig langskomen. Inmiddels hebben we door de jaren een heel systeem gebouwd om de duiven verantwoord te lossen. Risico Tabel Lossingen, Protocol Lossingen, IWB, Vluchtbegeleidingduiven.nl training van lossingfunctionarissen en ondersteuning door een professioneel meteorologisch bedrijf zijn daar onderdeel van.

Zijn al deze voorzorgsmaatregelen bij het vervoer en lossen niet overdreven? Neen, dat zijn ze niet. We zijn als duivenliefhebbers verantwoordelijk voor het welzijn van onze duiven en er wordt van ons verwacht dat we er alles aan doen om onze hobby zo verantwoordelijk mogelijk te beoefenen. Wij kunnen onze duivensport blijven beoefenen zolang de maatschappij en overheid dat acceptabel vinden. De overheid heeft inmiddels het commercieel veetransport bij hoge temperaturen gereguleerd. Mochten deze regels ook op ons van toepassing worden verklaard dan hebben we een probleem. Wat dacht u bijvoorbeeld van de volgende voorschriften:

Maximum temperatuur bij veetransport

In Nederland is het (commercieel) vervoer van vee verboden bij een temperatuur van 35
graden Celsius of hoger. Het maakt daarbij niet uit hoe lang de reis duurt en of het om een nationaal of internationaal transport gaat
.

Duurt een transport langer dan 8 uur? Dan moeten de ventilatiesystemen ervoor zorgen dat de temperatuur in het vervoermiddel voor alle dieren maximaal 30 graden Celsius is, met een marge van 5 graden Celsius. Dit geldt voor een vervoermiddel dat in beweging is of stilstaat.

Wij verlenen geen exportcertificaat als de buitentemperatuur tijdens een internationaal
transport naar verwachting boven de 30 graden Celsius uitkomt. Dat betekent dat
diervervoer over lange afstand dan niet toegestaan. We maken een uitzondering als de vervoerder de hitte onderweg aantoonbaar kan vermijden. Bijvoorbeeld door ’s nachts te
rijden of gebruik te maken van een vrachtwagen met een actieve koeling.
Bron: NVWA website

U mag zelf invullen wat bovenstaande regelgeving zou betekenen voor de duivensport en met name voor vluchten vanuit het zuiden van Frankrijk in de zomer. Alle reden dus om de zelfregulering van ons vervoer in stand te houden. En dat lukt alleen als we verantwoord te werk gaan bij het vervoer en lossen van onze duiven en daarbij het welzijn van onze duiven altijd centraal stellen.

Zijn deze ontwikkelingen nou een probleem? Neen is mijn stellige overtuiging. Het NPO
bestuur stelt duivenwelzijn en spelplezier voor de liefhebber centraal in haar beleid. En waar
deze twee uitgangspunten conflicteren gaat duivenwelzijn vanzelfsprekend voor. Dat is
duidelijk en helder en maakt het voor onszelf ook gemakkelijk in de besluitvorming. Deze
zienswijze moeten alle duivenliefhebbers duidelijk uitdragen en communiceren zowel
binnen als buiten de sport. Dat positioneert de duivensport als een verantwoordelijke sport
die is meegegaan met de tijd en als een sport met een toekomst.

Dat brengt me bij het laatste onderwerp wat ik zou willen aansnijden en dat zijn publicaties
op social media. Veel van deze publicaties ademen vaak een hang naar het verleden, zijn niet zelden onvolledig of zelfs onjuist en leveren zo, om het voorzichtig te zeggen, geen bijdrage aan een betere toekomst voor de duivensport. Schrijvers zijn vaak de spreekwoordelijke “beste stuurlui aan wal” want maar zelden nemen ze zelf verantwoordelijkheid en of leveren
ze zelf een inhoudelijke, bestuurlijke of organisatorische bijdrage. Wellicht moet U als
liefhebber, als U hun bijdragen leest, er voor uzelf maar een label opplakken. Zijn het
constructieve op de toekomst gerichte bijdragen waar de duivensport wat aan heeft of is het nostalgische prietpraat.

Gerard van de Aast

We hebben nu een NPO bestuur dat een lange termijn beleid aan het ontwikkelen en aan het uitvoeren is. Voorbeelden te over, denk maar aan het terug brengen van 11 afdelingen naar 5. Nu zeer actueel het vliegprogramma voor de overnacht vluchten. Mede door het stoppen met de werkzaamheden van het huidige ZLU bestuur komt dit versneld aanwaaien en springt het NPO bestuur er bovenop. Gelukkig blijven de NPO bestuurders nu een aantal jaren aan als bestuurslid waardoor het NPO bestuur nu ook in staat is om hun strategie om te zetten in beleid. Gerard van de Aast gaf in het schrijven van het NPO bestuur al vele voorbeelden aan van systemen die gebouwd zijn.

Het NPO bestuur is goed bezig en ook het bovenstaande schrijven en de uitleg waarom wij het IWB en het Hitteprotocol moeten koesteren onderschrijf ik helemaal.

Maar het laatste onderwerp van zijn schrijven doet mijn wenkbrauwen fronsen.

Ik heb twee onderwerpen en dat zijn “inversie” en de “eenhokraces” waar ik een constructieve naar de toekomst gerichte bijdrage lever waar de duivensport in de toekomst wat aan heeft.

Ik zet het hierbij wederom op schrift en hoop dat het NPO bestuur er wat mee gaat doen.

We beginnen met het eerste onderwerp en dat is de Inversie of het Inversie spook zoals ik eerder beschreef.

Inversie:

Voordat ik nader inga op het onderwerp “Inversie” moet ik eerst vertellen dat koptekst “IWB het kan en moet beter” in mijn ogen vooral van toepassing is op de jonge duiven vluchten.

Bij de oude duiven vluchten gaat het prima en de laatste twee jaren of wellicht nog meer zijn probleemloos verlopen in onze afdeling. Ik probeer elke week mjn hele vliegploeg in te korven en heb zelf veel vertrouwen in het IWB en de lossingscommissie van de afdeling 9. Maar oude duiven hebben veel meer ervaring dan onze jonge duiven, de oude duiven kennen het drinken in de manden al en weten om te gaan met de stres doordat ze de nodige ervaring hebben opgedaan.

Het is al weer een aantal jaren geleden toen ik nog in Neede woonde en ik samen met mijn vrouw besloten had om van de overnachtvluchten over te stappen naar de snelheidsvluchten. Ik was lid in Lochem en het inkorven begon vaak om 17.15 uur. Lochem was de eerste vereniging waar de vrachtwagen de duiven ging ophalen. Ik moest werken tot 18 uur en was pas om 18.15 uur thuis of zelf later. Dus voor elke vlucht moest ik eerder naar huis en dus vrije uren opnemen. Alleen het inkorven kostte mij jaarlijks 80 snipperuren. Het africhten van de jonge duiven moest dus gebeuren op de zon en feestdagen of smorgens vroeg voor de aanvang om 8 uur van het werk. Ik had besloten om al mijn jongen smorgens voor het werk te gaan africhten. Avonds de ruim 90 jongen in de mandjes gepakt en gereed gezet voor de volgende ochtend. Mooi op tijd met de jongen vertrokken want ik moest op tijd terug zijn voor het werk. Maar aan mijn kant van ons dorp was het redelijk weer, maar aan de andere kant kwam de ene naar de andere mistbank mij tegemoet. Wat moet je dan? Ik had niet veel keus of terug naar huis of naar de losplaats en dan hopen dat de mist is opgetrokken. Helaas het laatste was niet het geval en dan sta je met al je jongen op de losplaats. Diverse mistbanken zichtbaar maar ook af en toe een open blauwe lucht waar de zon doorheen kon schijnen. Ik had al besloten dat als ik mijn jongen loslaat dan alles tegelijk en niet mandje voor mandje. Gewacht maar het werd niet minder met de mistbanken. Mijn jongen vlogen goed bij huis, trekken goed en zijn gezond en kunnen wel een aantal extra uren in de lucht vliegen. Dus besloten om alle jongen tegelijk los te laten, ze waren zeer vlot uit het zicht en vlogen boven de mistbanken. Op de terugweg wederom hetzelfde patroon, ik reed van de ene mistbank naar de andere mistbank. Onderweg aan het denken dat wellicht de duiven een paar uurtjes moeten vliegen voordat de mistbanken zijn verdwenen, het koppel duiven zal dan wel uit elkaar vallen en wellicht komen dan mijn jongen 1 voor 1 naar huis. Mijn jongen hadden een chip om en de klok staat op training dus op het werk maar elk uur naar huis bellen hoeveel jongen op de klok staan. Thuis aangekomen eerst de mandjes uitgelaten, terwijl ik daar mee bezig ben vliegt ineens het hele koppel jongen boven hun hok. Wauw, snel de jongen naar binnen geroepen en daarna door na het werk. Deze africhting zorgde ervoor dat ik anders ben gaan denken over inversie.

Nadien is het geregeld voorgekomen dat ik met mijn jongen mooi vroeg op pad ging om die zelf af te richten en in de weilanden de grondmist boven het gras zie hangen. Als de bovenlucht mooi schoon is dan kun je prima je duiven lossen en komen ze zelfs bij het 1 voor 1 lossen goed naar huis. Geregeld had ik het gros van mijn jongen alweer in het hok zitten en dan moest onze afdeling de jonge duiven nog lossen. Ik schreef er meerdere keren over.

Wat ook wel eens gebeurde bij de vroege africhtingen smorgens, was dat het heel heiig is als je tegen een bosrand aan kijkt. Het groen van de bomen en takken is haast niet meer te zien. Dan moet je oppassen want vaak zit dan ook de bovenlucht dicht en heb je te maken met echte inversie. Dan zit er niets anders op dan te wachten wanneer er wind komt of wanneer de zon er doorheen komt en de heiigheid verdwijnt. Ik heb het nu in de laatste 10 jaar een drietal keren ondervonden en telkens was het met een goed uurtje wel opgelost.

Ik ben dus van mening dat je diverse soorten inversie’s hebt en die niet allemaal op 1 grote hoop kunt gooien.

Het grote probleem zit bij de jonge duiven vluchten. Vooral de eerste 4 wedvluchten van de jonge duiven zijn zeer belangrijk. Als die vluchten een goed verloop kennen dan raak je niet veel jongen meer kwijt.

Vaak zit er dan een vlucht bij met warm weer en met Oost in de wind. Dan is het oppassen geblazen. Ik kan nu al zeer goed voorspellen hoe het verloop is van die vlucht.

De jongen die met veel stress in de mand zitten en waarvan velen het waterdrinken niet kennen worden dan niet voor 8 uur gelost in verband met inversie. Onze zuiderlingen de Belgen hebben dan allang hun jongen gelost. Meestal is het dan om 11 uur reeds 24 of 25 graden en loopt de temperatuur om 13 uur op naar 29 graden of zelfs iets meer. Belangrijk voor de liefhebbers is om meteen een behoorlijk aantal duiven te krijgen want tussen 11 en 13 uur melden zich nog wel wat jonge duiven maar na 13 uur zie je op een enkeling na niets meer komen. Bij een praktijk geval zien we een lossing om 8.30 uur. De afstand is 134 kilometer. Het is de eerste wedvlucht van de jonge duiven. Mijn eerste duif meld zich om 10.37 uur.

Ik schreef eerder het onderstaande.

De jongen kwamen heel slecht en bij het klok afslaan om 12.00 uur had ik er drie. (10.37 uur, 10.59 uur en 11.46 uur) Het concours stond in de vereniging maar liefst 72 minuten los met daarbij de vermelding dat er nog 3 prijzen niet verdient waren. Dus nog geen 25% van de duiven was terug om 12.00 uur op de hokken bij de liefhebbers. Nu om 23.00 uur heb ik er vier van de twaalf, hopelijk komen er morgen nog een paar terug. In Lochem is ongeveer de helft nog achter van de jongen. (7-7-2018 Sittard)

Ik heb het in de loop van de jaren nog zo vaak mis zien gaan en ook op 7 Juli van dit jaar ging het weer vreselijk mis in de CC7 en CC6 van onze afdeling met de jonge duiven.

Daar zit ook mijn grote frustratie, want in al die jaren hebben we niets geleerd van de verliezen bij de jonge duiven of de protocollen aangepast betreffende inversie bij het IWB, protocol lossingen en wellicht ook de risicotabel lossingen.

De oplossing voor de bovengenoemde vluchten bij de jonge duiven is simpel, de jonge duiven hebben meer vliegtijd nodig als het nog niet zo warm is om ervoor te zorgen dat een groot deel voor 13 uur weer terug is op hun hok. Met andere woorden, zo vroeg mogelijk lossen. De Belgen geven vaak het goede voorbeeld.

Bij een lossing om 7.30 uur hebben de jonge duiven al een extra uur in het bovenstaande voorbeeld om hun hok te bereiken. Om 7 uur al anderhalf uur en ga zo maar verder. Ik ben er zelf van overtuigd dat er dan veel meer jongen hun hok gaan bereiken.

Nu staan de inversie protocollen een vroege lossing in de weg met als gevolg een verlate lossing en vaak veel verliezen.

Advies: Ga nu goed kijken of de inversie protocollen niet aangepast moeten worden. Inversie heeft verschillende gradaties. Laat er onderzoek naar uitvoeren. Wellicht komt dan de optie naar voren om vroeger te kunnen lossen zonder al te veel risico. Ga met de Belgische bond in gesprek waarom die wel vroeg kunnen lossen. Het zou de oplossing kunnen zijn om een deel van de verliezen bij de jonge duiven te voorkomen.

Als laatste, er is veel kritiek van de liefhebbers op het IWB, afdelingen stellen nu zelfs een adviesfunctie voor met betrekking tot het IWB. Dat zouden wij met zijn allen niet moeten willen, maar met het lossingsbeleid van de Belgen en dan nog maar niet te spreken over het lossen van de Polen, is het niet zo verwondelijk dat de liefhebbers zich gaan afvragen waar we mee bezig zijn.

Al deze kritiek kan het NPO bestuur cancellen na gedegen onderzoek naar “Inversie” en in hoeverre het vroege lossingen al dan wel terecht of niet terecht in de weg staat.

Na dit lange verhaal over “Inversie” nu het laatste punt en dat betreft de Eenhokraces.

Eenhokraces:

Daar kan ik een stuk korter over zijn.

Het NPO bestuur is Nationaal zeer goed bezig blijkt wel uit het bovenstaande schrijven van het NPO bestuur.

Maar helaas heeft het NPO bestuur samen met andere landen van de Europese commissie geen akkoord gekregen op de ingediende voorstellen met betrekking tot de vogelgriep.

Mijn zorgen zijn groot met betrekking tot de eenhoksraces en dan vooral de Europese eenhokraces.

Waar ik heel bang voor ben dat is dat de Europese unie zich met de duivensport gaat bemoeien en regels gaat opstellen die onze mooie sport niet ten goede gaan komen.

Waarom, vraagt u zich af? Niet zo lang geleden heeft AS een mooi lijstje gepubliceerd over de verliezen bij de eenhokraces. Ik ga die lijst niet herhalen. Maar daarin zit het grote gevaar, we zijn op Nationaal gebied heel alert. (maken beleid en passen het vervoersregelement aan, meet en registratie apparatuur in de containers, hitteprotocol, Risico Tabel Lossingen, Protocol Lossingen, IWB, Vluchtbegeleidingduiven.nl training van lossingfunctionarissen en ondersteuning door een professioneel meteorologisch bedrijf)

Maar hoe zit dat dan Internationaal bij de eenhoksraces? Zijn dan de landen waar de eenhoksrace plaatsvindt zelf verantwoordelijk? Of is er medeverantwoordelijkheid voor de landen waarvan hun leden duiven inzetten voor de ernhoksrace?

Vooral de landen Spanje en Portugal zitten bij de veel wegblijvers.

Is het NPO niet bang dat de Europese commissie er zich mee gaat bemoeien?

Dit jaar was het FCI (de wereldbond) vergadering in Nederland maar helaas heb ik niets kunnen lezen met betrekking tot de eenhoksraces. Ja in zoverre dat er een competitie voor is gemaakt dus ze zijn de eenhoksraces aan het steunen met een nieuwe competitie. (2024 in Mira, Portugal)

Het lijkt erop dat niemand kijkt naar de soms enorme verliezen die er geleden worden.

Ik kan mij eigenlijk niet voorstellen dat het NPO bestuur op de achtergrond hiermee niet aan het werk is.

Advies: Stel voor de eenhoksraces ook reglementen op en een keurmerk. Eenhoksraces met zeer grote verliezen moeten geweerd worden en verliezen hun keurmerk. Het mag voor mij wel zover gaan dat het de Nederlandse liefhebbers verboden moet worden om aan een dergelijke dieronvriendelijke eenhoksrace die hun keurmerk hebben verloren, mee te doen. Ze brengen de gehele duivensport in groot gevaar en dat alleen maar voor eigen gewin.

Met de twee bovengenoemde adviezen hoop ik dat onze jonge duiven bij warm weer eerder gelost kunnen worden waardoor de verliezen bij de jonge duiven afnemen. Verder hoop ik dat de eenhoksraces een keurmerk krijgen en dat de extreme grote verliezen dan zijn afgelopen. Dan heeft de Europese commissie meteen geen handvat meer om de duivensport aan te kunnen pakken zodat wij allen nog in jaren met plezier onze sport kunnen blijven uitoefenen.

noot: ik heb beslist geen kritiek op de personen die het IWB uitvoeren, ze houden zich aan de protocollen (die naar mijn mening herschreven moeten worden inzake Inversie), ik heb zelfs veel respect voor die personen die elk jaar maar weer de klus naar eer en geweten klaren en een hele dikke huid moeten hebben. Dat geld ook voor ons NPO bestuur, de lossingscommissies en andere bestuurders die zich aan de regels houden.

Bij de Nederlandse Postduiven Organisatie bestaat de RvC uit de kiesmannen van de 11 afdelingen die namens de leden naar de Ledenraad mogen gaan.