Mijn eerste duiven waren van 1973. De eerste stappen in de duivensport. Ik wilde graag duiven hebben die je weg kon brengen en dat ze dan weer terug komen naar hun duiventil.
Maar het eerste begin was al een beste tegenvaller. Ik kon geen lid worden van de duivenvereniging. Ik was van 1959 en nog maar 14 jaar oud toen ik mij aanmelde. Van jeugdleden hadden ze toen nog niet van gehoord, laat staan dat daar competities voor waren. Je kunt het je nu amper voorstellen.
Vaders moest lid worden en op zijn naam kon er gevlogen worden. Gelukkig was dat ook al het plan anders kon ik zonder lidmaatschap weer vertrekken. Maar vliegen onder de naam Willemsen en Zn kon dus niet. Pas als ik 16 jaar was. Zo gezegd, zo gedaan. Mijn vader financierde de postduivensport met zijn over uren. We scharrelden alles bij elkaar, duiven en hout voor een duivenhok.
Toen ik zelf ging verdienen heb ik de helft mee betaald en een aantal jaren daarna stopte pa en ben ik onder mijn eigen naam door gegaan. In die tijd zat ik in het bestuur van de fondclub NCC die later samen is gegaan met de VNC. Was een geweldige tijd, als bestuur (M. Dieperink, Ge van der Kemp, Jan te Pas, J.Gelink, B.Miggelbrink, P.Althoff, H.Eyerkamp, G.Eshuis en vader en zoon Van Melis, Theo en Marcel) gingen we na elke vlucht naar de overwinnaar met een taart om hem te feliciteren. Zodoende kwam ik op bezoek bij veel goed spelende liefhebbers en kreeg ook alle goede duiven in handen. Het hok wat mij nog steeds is bij gebleven, dus grote indruk op mij gemaakt had, was van Theo Wolters uit Beek. Sjonge sjonge wat had die man een prachtig hok met duiven. En dan heb ik het vooral over zijn duiven, veel blauwbanders en allen even mooi en zacht. Hij kon soms ook een hele serie vroege duiven draaien. Al met al bergen werk verzet voor het NCC. (Programmaboekje typen, computers kwamen later pas. Inkorfbescheiden verzamelen en klokstaten naar Jan Uien brengen voor het opmaken van de uitslag, meldpost, penningmeester etc)
Daarnaast zat ik in het bestuur van de duivenvereniging in Neede en later in Lochem. Maar als bestuurslid kun je ook naar de Kring en Afdelingsvergaderingen gaan. Ik ben een paar keer mee geweest naar een Kringvergadering en wat ik daar mee maakte heeft mij doen besluiten om er nooit meer heen te gaan. Een goed spelende liefhebber uit Winterswijk liep wel tich keer naar de microfoon en was alleen maar in zijn eigen belang aan het praten. Het leek wel dat diegene die het hardst zeurde het meeste kreeg. Alleen maar eigen belang. Wat een puinhoop en dus niet aan mij besteed.
Toen heb ik mij voorgenomen om vooral te genieten van de aankomsten van mijn duiven en het randgebeuren langs mij heen te laten gaan. Het komt zoals het komt, en ik pas mij er naar aan.
Het schrijven van deze blog verhalen vindt ik leuk om te doen. Het is ook een soort dagboek want veel kan ik terug kijken. Ik probeer ook altijd positief te schrijven en vooral geen personen te kwetsen.
Soms ben ik het niet eens met de gang van zaken zoals de lossing van Arlon en vooral het feit dat ons afdelingsbestuur hier niet op gereageerd heeft. Is het de arrogantie naar de leden toe of wellicht een misrekening? Ik weet het niet maar fraai is anders. Daarna dacht ik slim te zijn om even naar het vluchtverslag te gaan kijken bij de uitslagen op de afdelingsite onder info. Wat blijkt die worden al maanden niet meer toegevoegd. Ik was altijd behoorlijk positief gestemd over ons afdelingbestuur maar dat heeft nu een beste deuk opgelopen.
Nu woon ik in Hengelo en ben lid van postduivenvereniging de Luchtreizigers. Een hele leuke en vooral sterke vereniging. Soms wil ik graag wat meer doen voor de vereniging maar een eerdere burnout zorgt ervoor dat ik niet teveel kan aanpakken. Mijn eigen duiven verzorgen is soms al teveel.
Wat ik wel blijf doen is genieten van de aankomsten van onze duiven, samen met Dini, Sabine, Maurice, Jan en Greetje die mij enorm helpen en steunen. Samen hebben we het ook altijd heel gezellig en daar draait het toch ook om.