23-01-2025 Waarom er niet vroeg gelost wordt!

U bent nog een antwoord verschuldigd naar aanleiding van mijn onderstaande blog.

Nog even een verkorte versie:

  • Het betreft de eerste 4 wedvluchten van de jonge duiven, daarna worden de verliezen fors minder bij de jonge duiven.
  • Warm weer met veel Oost in de wind. Om 11 uur is het ongeveer 25/27 graden, om 13 uur 29 graden of meer.
  • Mijn stelling is, zo vroeg mogelijk lossen zodat de meeste duiven voor 11 uur thuis zijn, want tussen 11 uur en 13 uur komen er alleen nog maar enkelingen naar huis en om 13 uur valt het stil met het komen van de duiven.
  • Onze jonge duiven die op 165 km afstand zitten en pas om 8 uur of 8.30 uur gelost worden hebben onvoldoende de tijd om in grote getale voor 11 uur thuis te zijn met veel verliezen als gevolg.

Na de publicatie van mijn bovenstaande blog ontstond er een mooie discussie op Facebook.

Het belangrijkste bericht was van Steven van Bremen, die schreef onder andere het onderstaande:

  • Maximale afstand 100 km.
  • Zo vroeg mogelijk lossen.

De vraag die blijft staan is, waarom er dan niet vroeg wordt gelost.

Daarna heb ik een gesprek gehad met een lossingsfunctionaris van de afdeling 9 die mij heeft verteld wat de problemen zijn om vroeg te kunnen lossen.

Ook nu weer puntsgewijs een verkorte uitleg van de problemen om vroeg te kunnen lossen:

  • 1. In het éérste uur na zonsopkomst mag er niet gelost worden.
  • 2. Afdeling 9 moet met het lossen wachten op afdeling 10 en 11.
  • 3. Meestal speelt inversie met het bovenstaand beschreven weer ook een rol.
  • 4. Er moet bekeken worden of dichterbij lossen een voordeel biedt en/of echt de oostkant opzoeken. Ook is het verstandig om oost van de afdeling 11 Friesland te staan bij deze omstandigheden. Niet makkelijk met de beperkte losplaatsen. Er wordt geadviseerd om inderdaad op een afstand van 100 km te gaan lossen.

Nu eerst punt voor punt een toelichting op de bovenstaande.

Punt 1 is een richtlijn (aanwijzing voor te volgen gedrag) van het IWB.

Punt 2 staat ook als zodanig beschreven dat de Noordelijke afdelingen (verste afstand) als eerste mogen lossen.

Opmerking: Zelf vindt ik het zeer discutabel dat de afdeling 9 moet wachten op een lossing van de afdeling 11. (Friesland) Dat er gewacht moet worden op afdeling 10 (Drente/Groningen) is logisch. Als een afdeling van zijn lossingslijn afwijkt dan vindt ik zelf, dat die afdeling achter in de wachtrij moet aansluiten. De jongen van de afdeling 9 moeten wachten op de lossing van de afdeling 11 terwijl er eigenlijk geen tijd is om langer te wachten, want dat gaat meestal ten koste van de verliezen, omdat voor de jongen de tijd om voor 11 uur thuis te komen steeds krapper wordt. Het wordt nog veel lastiger als de afdeling 11 niet alles tegelijk lost maar in groepen. (per rayon) Omgekeerd geldt dat ook, dat als de afdeling 9 van losplaats veranderd betreffende het weer en naar de westkant verhuisd, ook de afdeling 9 moet aansluiten achter in de wachtrij.

Punt 3 is een lastig punt. Ik vergelijk het vaak met een wipwap. Vroeg lossen is noodzakelijk om minder verliezen bij de jonge duiven met het omschreven weer te voorkomen. Inversie zorgt er juist voor dat de jonge duiven problemen kunnen hebben met hun oriëntatie. Beide problemen zitten op het uiteinde van elke zijde van de wipwap en je moet als lossingsverantwoordelijke het evenwichtspunt zien te vinden. Het zal altijd een zeer lastige beslissing blijven waarbij vooral het IWB een belangrijke rol kan spelen.

Punt 4, het advies is om een afstand van 100 kilometer te hebben met de omschreven weeromstandigheden. Op de eerste wedvlucht van de jonge duiven voldoet de afdeling in Noord aan dat punt. In Zuid hebben de Noordelijke hokken veel meer afstand in verband met een diepte verschil van meer dan 50 kilometer. Als het omschreven weer zich voordoet op de tweede tot en met de vierde dan zou het verstandig zijn om de losplaats meteen te wijzigen in de kortste afstand en niet om eerst naar de oorspronkelijke losplaats te gaan. Een groot probleem is dat er onvoldoende losplaatsen zijn waar onze duiven nog gelost kunnen worden. De losplaats in Kalkar is ook niet meer beschikbaar. Als ik de vele open ruimtes zie waar prachtig gelost kan worden dan vergeet ik het feit dat de wagens waterpas moeten staan op een harde ondergrond. Bij mijn laatste werkgever werden er veel campers verkocht. Bij elke camper (als het er al niet op zit) is de optie aanwezig om hydraulische poten te monteren zodat de camper waterpas wordt gezet. Kosten voor een Pro systeem 7.500 euro inclusief BTW. Mocht het automatisch waterpas zetten de zoektocht naar geschikte lossingsplaatsen sterk kunnen vergroten, dan is het zeker zinvol om uit te zoeken of het ook geschikt is om op onze containers te bouwen.

Ik ben heel blij met de eerlijkheid en oprechtheid die ik mocht ondervinden bij het gesprek met een lossingsverantwoordelijke van de afdeling 9.

Verder moeten we ons realiseren dat er derden meekijken, met argusogen. Als we ons eigen vervoer willen blijven organiseren, moeten we verstandige keuzes maken.

Ik heb tevens aangegeven dat het mij super goed bevallen is dat onze jonge duiven op hun eerste wedvlucht zijn blijven overstaan. Veel jongen kwamen op de losdag fit en zonder dorst naar huis. Een enkele domkop had nog dorst. De lossingscommissie heeft bij de afdeling 9 het voorstel neergelegd om een africhting voor de jonge duiven te organiseren met 2 nachten mand zodat de jongen al vroeg leren drinken in de manden.

Op de eerste wedvlucht van onze jongen vorig jaar met 2 nachten mand, waren er weinig verliezen. De jongen hadden leren drinken maar schijnbaar was de stress er ook vanaf. Ook de daarop volgende wedvluchten met de jonge duiven waren er weinig verliezen waardoor veel liefhebbers een mooie ploeg ingespeelde jongen konden over houden.