Het is haast onmogelijk om een duivenbon voor een jonge duif te bemachtigen van de volgende liefhebbers. Hans en Evert Jan Eijerkamp, Bas Verkerk, Gerard Koopman, Jan Hooijmans, Willem de Bruijn, Jelle Jellema en Batenburg vd Merwe. Het lijstje met namen kan vast nog veel langer worden gemaakt.
Mochten ze al een duivenbon schenken dan wordt die vaak zo duur dat de gewone liefhebber deze niet kan betalen.
Maar waarom schenken de eigenaars van de commerciële hokken zo weinig bonnen voor een jonge duif of een koppel eitjes?
- Hebben ze alle jongen zelf nodig?
- Willen ze de duivensport/verenigingen niet steunen?
- Willen ze de liefhebbers die hun bonnen kopen niet op hun erf hebben.
- Willen ze hun eigen verkoopprijs in stand houden? Zijn ze bang dat de koopprijs zakt als ze er in hun ogen teveel schenken.
- Willen ze er geen eigen tijd instoppen?
- Zijn ze bang voor gemiste inkomsten of inkomstenderving?
- Hebben ze lage gunfactor of zijn ze bang voor meer concurrentie?
- Zijn ze bang dat hun bonnen op internet verschijnen als handelswaar?
Weet u het, ik weet het niet maar denk er wel het mijne van.
Zelf zie ik vaak dat de heren onderling veel doen aan samenkweek of het onderling ruilen van jongen. Ze zetten vaak hun topduiven op een andere topduif waardoor de kans dat er weer een goed jong uitkomt het grootst is.
Je zou denken dat de commerciële hokken er belang bij hebben dat de duivensport in Nederland gezond blijft. Wellicht zie ik dat verkeerd omdat veel van hun jongen aan buitenlandse liefhebbers worden verkocht. De commerciële hokken hebben belang bij goede uitslagen om hun verkoopprijs in stand te houden of te kunnen verhogen. Hoe minder concurrentie ze hebben, hoe beter hun uitslag wordt. Hoe minder duiven er mee zijn hoe groter hun overmacht wordt.
Zelf werd ik pas gevraagd voor een duivenbon in het jaar 2018, nadat ik in 2017 de beste vitesse duif had van 600 liefhebbers. (14-136 nu kweekduivin) Ook won een duif van mij in 2017 een eerste plek van de Kring. (14-208 nu kweekduivin)
Voor 2022 zijn er nu viertal bonnen vergeven. Op de ongeveer 100 jongen welke Sabine gaat ringen, is dat dus 4%.
Er is een veel grotere groep liefhebbers die je geregeld kunt tegenkomen bij een bonnenverkoop van een vereniging. Daar ben ik maar een beginneling bij. Ik heb veel respect voor die liefhebbers die toch mooi de verenigingen steunen waar ze de bonnen aan hebben geschonken. (Er zijn liefhebbers die wel 10% tot 20% van de door hen geringde jongen te schenken aan duivenbonnen)
De vereniging waar je lid van bent is een belangrijke schakel in het duivenplezier van de postduivenliefhebber. De onderlinge contacten, de prijsuitreiking van de kampioenschappen vaak met een lekker buffetje maar ook het gezellig samenzijn met het inkorven of klokkenafslaan is belangrijk. Wederom vraag ik mij af waarom de commerciële hokken zo weinig de verenigingen supporten met een duivenbon.
Waarom hebben de eigenaars van de commerciële hokken niet de koppen bij elkaar gestoken om de Nederlandse duivensport verder te promoten? Ze hadden mooi de Stichting Promotie Nederlandse Duivensport kunnen oprichten. Als de bovengenoemde tophokken elk 5 jongen hadden aangebracht voor een verkoop ten bate van hun eigen stichting dan hadden ze al een mooi startkapitaal gehad.
Helaas kan ik niet op internet de getallen vinden van de hoeveelheid ringen die ze jaarlijks afnemen. Ik kijk er bij het uitpluizen van de jonge duiven uitslagen wel eens naar, zoek dan van de liefhebber het laagste ringnummer op en het hoogste ringnummer. Soms zitten daar wel eens meer dan 300 nummers tussen.
Ik schat dat Eijerkamp jaarlijks wel een paar duizend jonge duiven ringen. (Het zijn er minimaal 2300 zonder de nabestellingen) Als ze dan 4% weg zouden geven aan bonnen dan kunnen ze dus rustig 92 bonnen weg schenken.
Willem de Bruijn zal goed zijn voor 400 ringen voor zijn eigen vliegploeg en ik schat in dat er ook nog wel 400 ringen bij komen voor de verkoop. (Jaarlijks verkoop De Duif en Azie) Dus 800 ringen a 4% is 32 bonnen om weg te schenken.
Zo kan ik nog wel even doorgaan maar ik weet zeker dat ze die aantallen beslist niet aan duivenbonnen weg schenken. Jammer, ze maken de hoogste omzetten bij hun verkopen van hun duiven in de duivensport maar hun bijdrage aan de verenigingen is ver beneden de maat.
Ik schat dat er ongeveer een 250 verenigingen zijn met een bonnenverkoop. (Van de ruim 600 verenigingen) De eigenaars van de commerciële tophokken kunnen makkelijk 250 jongen samen brengen zodat elke vereniging 1 topbon kan verkopen. Ze zouden de verenigingen er een groot plezier mee doen.
Maar ik denk dat ze het geld liever in hun eigen portemonnee zien verdwijnen.
Gelukkig is er 1 liefhebber uit het rijtje die wel zijn goede kant laat zien. Dat is Gerard Koopman. Elk jaar heeft hij een kijkdag/open dag voor de duivenliefhebbers aan huis. Je kunt dan de jongen zien welke op PIPA de veilingsite verkocht worden. Maar ook al zijn kwekers en vlieghokken zijn te bekijken. Je kunt er zelfs je eigen duiven op de foto laten zetten. Vele honderden liefhebbers komen erop af. Een grote tent is dan in zijn tuin opgezet en met zijn eigen huis verbonden. Al het drinken en eten is dan gratis. Ook een plastic tas met gratis monsters van zijn eigen voer en andere artikelen zijn gratis mee te nemen. PETJE AF VOOR GERARD KOOPMAN. (Zo kan het dus ook) Al die andere eigenaars van de commerciële hokken zullen het vast geldverkwisting vinden.