Eind 2018 zijn we verhuisd naar Hengelo. Daarna begon ik te bouwen aan een mooie vliegploeg postduiven. Daar heb ik een drietal jaren voor uitgetrokken.
Maar om een mooie vliegploeg op te kunnen bouwen heb je een mooi aantal jongen nodig die ook in hun geboortejaar wat wedstrijd ervaring hebben opgedaan. De lichting van 2019 is maar twee natourvluchten mee geweest. De volgende lichting van 2020 echter een drietal of viertal natour vluchten. Hoe vaker ze mee zijn geweest op de natour hoe eerder je ze als jaarling op de uitslag hebt staan. Maar je moet wel jongen overhouden.
Vandaar dat ik zeker in de opbouwfase van mijn nieuwe vliegploeg heel voorzichtig ben met mijn jongen. Met Oost in de wind heb ik zeer slechte ervaringen mee. Zie het onderstaande artikel.
Ik zal uitleggen waarom ik geen jongen speel met Oost in de wind.
Normaal gesproken komen de koppels van een Vitesse vlucht vrij massaal naar huis en is 25% van de duiven binnen de 10 minuten na de eerste prijsduif thuis. Binnen het uur heb je dan het gros van je duiven welke je mee hebt weer terug. Maar met Oost in de wind worden de koppels bij de lossing al uit elkaar geslagen. De groepjes worden steeds kleiner. De jongen staan er dan behoorlijk alleen voor om thuis te geraken. In het begin krijg je ze nog wel redelijk vlot maar daarna worden de tussenpozen dat er geen duif meer komt steeds groter. Het wil nog wel een keer goed gaan, mits de jongen vroeg gelost worden en er weinig wind is.
Maar vaak zien we met Oost in de wind dat er smorgens vroeg een inversie is. Heel vaak de reden voor de lossingscommissie om te wachten op een heldere lucht. Maar hoe langer je wacht hoe warmer het wordt. De dorst gaat dan de duiven partner spelen met alle gevolgen van dien.
Nu zitten we in een redelijk koude periode met amper temperaturen van 20 graden, koude nachten en behoorlijk wat buien. Met de Oosten wind wordt er warmere lucht aangevoerd. Voor de zaterdag wordt er weer 25 graden voorspeld. En vooral jonge duiven vinden het lastig om met deze temperatuurverschillen of weeromslag om te gaan. Oude duiven hebben daar minder moeite mee.
Ik zou mijn 65 jongen wel kunnen inkorven, maar verwacht er dan in het eerste uur een 20 of 30 terug en dan begint het lange wachten. Ik heb er hele slechte ervaringen mee en het zijn beslist niet alleen de slechterikken die weg blijven. Dus mij niet gezien. Wel gaan alle oude duiven mee want die weten reeds hoe ze met de Oosten wind moeten omgaan.
Woensdagmorgen vertelde een liefhebber uit mijn vereniging nog dat ik knetter gek was om de jongen niet mee te doen, vooral omdat ik nog een mooi koppel had zitten. Zelf heeft hij nog 7 jongen over van de ruim 30 jongen. Tja ieder zijn mening zullen we maar zeggen. En de jeugd heeft de toekomst.
Ieder is verantwoordelijk voor zijn eigen jongen. Ik hoop dat het zaterdag goed gaat met de jongen bij de liefhebbers, maar mocht het niet goed gaan dan ook niet zeiken en zeuren maar eerst beginnen om jezelf de schuld te geven.
Het onderstaande trof ik aan op de site van de WOWD.
Verstoorde thuiskomsten komen vooral voor bij vluchten met jonge duiven en soms ook bij volwassen duiven. Risicofactoren op een verstoorde thuiskomst lijken: (1) kopwind of oostelijke zijwind, (2) temperatuur boven 25 graden Celsius, (3) fronten, (4) zones met dichte of lage bewolking, (5) zones met regen, (6) temperatuurinversies, en (7) mist, nevel en zichten tot 5 km.
U bent gewaarschuwd.