Het zijn woorden als “controle, openheid, regelgeving, live stream, transparantie en dierenwelzijn. ” Controle op ziektes, entingen, gezondheid. Ik weet niet hoe het allemaal zal aflopen. Ik doel natuurlijk op het vervoer met de duiven. En ja, we doen al veel meer aan openheid dan enkele jaren geleden. Van verschillende afdelingen zag ik al foto’s en of filmpjes van de verzorging van de duiven op de losplaats. Prachtige beelden. Ook zag ik vaak de lossingen op het internet. Alleen bij “kritisch lossingsweer” bleek nogal eens de camera het niet te doen of te zijn omgevallen. Dat is dan wel weer jammer.
Regelgeving.
Openheid is het toverwoord voor de toekomst. Net als dierenwelzijn. Daar ontkomen we niet aan. Ik ken natuurlijk alle “in’s en out’s” niet van onze overheid, maar het is niet onwaarschijnlijk, dat de vrachtauto’s digitaal onderweg gaan, uitgerust met camera’s en black box. Net zoals dat nu al gebeurd bij veel transport ondernemers. De zaak weet precies waar elke chauffeur onderweg is. Ze kunnen zelfs precies zeggen, wanneer de vracht op de plaats van bestemming zal arriveren. Op de minuut nauwkeurig. De tijd van wat manden op een vrachtwagen met een zeiltje er over zijn voorgoed voorbij. Ook het aantal duiven in de mand zal ter discussie komen te staan verwacht ik. Net als rusten onderweg, water drinken en dergelijke.
Nogmaals, ik weet niet waar de overheid mee gaat komen. Ook niet in welk tempo. Moeten we daar zorgen over maken? Ach, iedere dag heeft genoeg aan zijn eigen zorgen. En we maken ons vaak zorgen over dingen die nooit gebeuren. Geniet maar van elke nieuwe dag. En de soep wordt nooit zo heet gegeten als die wordt opgediend. Maar we kunnen wel beter voorbereid zijn. Ik herinner mij een uitvoerige test, die we destijds hebben gedaan in afdeling 7. Steven van Breemen vroeg me om een mengeling te maken voor het transport. Na de nodige vergaderingen met het afdelingsbestuur werd begonnen met de voorbereidingen. Niet alleen een nieuw transportvoer werd getest, ook werd een formulier opgesteld voor de convoyeurs en een vragenlijst voor de liefhebbers die thuis op de duiven zaten te wachten.
Voorschriften vervoer en vragenformulier.
Om een aantal zaken te noemen waar wij mee hebben gewerkt: vertrektijd. Rustplaats: staat de auto in de schaduw? Is de vrachtwagen gesteld en is er water verstrekt? Hoe lang is er gerust ( minimaal 1 uur). Aankomsttijd op de losplaats. Wat is de temperatuur buiten en in de auto? Water geven: drinken de duiven goed? Wanneer gevoerd? Eten de duiven (doffers / duivinnen goed? Eten ze allemaal? Wat eten ze het liefst? Wat laten de duiven liggen? Moet er na gevoerd worden?
Dan de vragen over de lossing: hoe laat water gegeven? Wat is de weersgesteldheid tijdens lossing? Is er bewolking? Zijn er storingen? Hoe is het zicht? Wat is de temperatuur? Hoe staat het met de windkracht? Welke windrichting? Hoe is de weersgesteldheid op de terugweg? Hoe is het zicht onderweg? En mocht er worden gekozen voor een andere losplaats dan wilden we graag weten: Waarom uitstel naar de volgende dag? Tijdstip besluit uitstel: Waarom naar een andere losplaats? En natuurlijk weer aansluitend de vragen over de lossing zelf. Best wel even wat werk natuurlijk maar het geeft een veel beter beeld van de lossing en de conditie van de duiven. Allemaal gedaan om er van te leren voor de volgende vluchten. Ook waren er vragen zoals: Zijn er gebreken gevonden aan onderdelen van de container? Zijn er omstandigheden die de verzorging hebben bemoeilijkt? Zijn er duiven ontsnapt of gewond geraakt? Wat is het aantal nachten mand? Aantal duiven in de mand? Tijdstip van voeren?
In het rayon waren door de afdeling verschillende liefhebbers geselecteerd, die ook een vragenlijst moesten beantwoorden. Zo kon worden vastgesteld hoe het vluchtverloop was en hoe de duiven thuis kwamen. Ook werd er gekeken naar de manden die terugkwamen van de vlucht. Was er voer in achter gebleven? Was dat mais of waren het de kleinere granen en zaden? Of allebei? Zo konden wij zien of de gegevens klopten met de gegevens die door de convoyeurs werden ingevuld.
Dit waren de vragen die ingevuld moesten worden:
Komen de duiven goed thuis? Komen ze goed af? Hebben ze veel gewicht verloren? Dorst bij thuiskomst? Eten de duiven direct wat voer of snoepzaad bij thuiskomst? Hebben de duiven meteen interesse voor de partner? Hoe ziet de eerste mest er uit? Eten de duiven de eerste maaltijd goed op? Is de mest de volgende morgen weer normaal? Vindt u de volgende morgen veel dons en hier en daar een slagpen? Is de eerste training volgens u goed? Zijn de duiven weer vlot hersteld naar uw mening?
Test van de Transportmengeling.
Waarom werd er in deze afdeling gekozen voor een verandering van het voer? Het doel was en is nog steeds om meer duiven laten eten en drinken, zodat deze beter voorbereid zijn voor de vluchten. Als de lichaam- en hersenfuncties beter functioneren, zullen duidelijk meer duiven goed thuiskomen en de week erna weer worden ingekorfd. Voordeel voor de liefhebber is dat hij de duiven beter thuis krijgt, beter kan selecteren en meer plezier beleeft aan de sport. Voordeel voor de afdelingen is dat er, over het gehele seizoen gezien, meer duiven worden ingekorfd en de wagens gemakkelijker vol kunnen blijven. Dit levert voor de afdelingen een financieel voordeel op.
Al jaren lang werd er in alle afdelingen mais gevoerd. Het gebeurde nogal eens dat de transportmanden na de vlucht nog vol lagen met mais. We vroegen ons af of mais wel het juiste voer is tijdens het transport met twee of meer nachten mand. We realiseerden ons heel goed, dat het lastig zou worden om deze verandering door te voeren. Probeer maar eens iets in de duivensport te veranderen. Veel succes. Er verandert echter wel veel in de duivensport. Er vindt specialisatie plaats waarop weer geselecteerd wordt. De kloksystemen verbeteren steeds, verwarmingselementen in de hokken, betere voeding etc. Dus waarom zouden we doorgaan met iets, als er veel betere alternatieven zijn? Onze gedachte was: waarom alleen mais? Wat eten de duiven de laatste dag van inkorven nog als die in de afgelopen week goed werden gevoerd? Eigenlijk heel weinig mais ( alleen als het nog koud is). Ook geen erwten meer, alleen veel klein zaad. En in de mand moeten de goed opgevoerde duiven dan mais eten? Zou het niet veel beter zijn een bredere samenstelling aan te bieden, die ze juist de laatste dag thuis nog hebben gegeten? Maar ja… kleine zaden kunnen natuurlijk niet. Die verdwijnen snel in de mest. Dus koos ik voor de grotere granen en zaden. Ongeveer 50% is nog steeds mais voor de duiven die dat graag eten. Doordat de keuze werd vergroot, zagen we dat duiven die nauwelijks mais aten nu wel de kleinere granen en zaden opnamen. Daardoor aten de duiven in totaal meer voer als de duiven die alleen mais kregen. En daardoor werd en wordt er ook duidelijk meer water gedronken.
Gepolijste rondrijst.
In de samenstelling van het voer heb ik gekozen voor een flink deel gepolijste rondrijst. Rijst bevat net als mais veel koolhydraten maar houdt daarnaast ook veel vocht vast. Perfect dus voor onze oude maar ook vooral jonge duiven tijdens hete vluchtomstandigheden. Dit bevordert het thuiskomen van de vlucht en ook de vochthuishouding van de duiven. Juist bij dergelijke omstandigheden zagen we dat de duiven juist de mais lieten liggen. En… ze hebben nog groot gelijk ook. Mais geeft veel warmte en als het al zo heet is in de manden, dan heb je geen behoefte aan nog meer warmte. De convoyeurs die “gevoel voor duiven” hadden, meldden ons dat meteen. Zij zagen meteen dat er bijgevoerd moest worden ook al lag er nog voldoende mais in de manden. Zij zagen ook meteen, dat het water weer moest worden bijgevuld. Noem het maar inzicht en liefde voor de sport. Met dat soort mensen komen we een stuk verder!
Op de thuisplaat.
Terug naar de testhokken van afdeling 7. Zij zagen, dat de duiven bij thuiskomst duidelijk minder dorst hadden en fit en vitaal thuiskwamen. Maar niet altijd. De testhokken melden ons ook dat de duiven afgevlogen thuiskwamen en meteen in de drinkbak doken. Wat was er fout gegaan? We lazen niet alleen de ingevulde testformulieren, maar we spraken ook met de convoyeurs. Steven van Breemen is natuurlijk een meester op het gebied van duiventransport en weersomstandigheden. Die kun je op dat gebied niet veel wijs maken. “Tja… we zijn wat later van huis gegaan. We hebben ons een beetje verrekend. En zodoende waren we ook wat later op de losplaats”. Hoe laat? Zal wel rond een uur of 10 ’s avonds zijn geweest. Hm… kan ook 11.00 uur zijn geweest”. En wel de duiven gevoerd? “Ja, ja… water gegeven en gevoerd. Ook de volgende morgen water gegeven, maar al het voer lag in de stront”.
Tja… vind je dat gek? Denk je dat de duiven na een dag en avond lang boemelen en ’s avonds om 11.00 uur aankomen nog gaan eten? Ga eens bij jezelf te rade. Zou jij dat zelf nog doen dan? Maar ja, de mannen die de manden de volgende dag moesten schoonmaken waren wel duidelijk: “zie je wel. De duiven eten dat voer helemaal niet”. “Alles in de stront, wat een puinhoop. Lijkt nergens op. Laten we maar weer mais voeren”. Een hele logische gedachte. Maar waar lag de fout? Juist, bij het transport, niet bij de voersamenstelling. Op de basis hoorden we dan ook meteen, dat de duiven mager thuis waren gekomen. Tja… geen voer gegeten. Het een is een gevolg van het ander. Zodoende kon men ons nooit zo veel wijsmaken. We eisten dat de wagens om 17.00 uur uiterlijk op de losplaats moesten zijn. Dat ging daarna meestal weer een poosje goed. Ondanks de gemaakte fouten werd er in afdeling 7 toch een stuk beter gepresteerd. In “wie heeft ze beter/ the best of the best” kwamen de mannen van deze afdeling eindelijk weer op papier en met goede resultaten.
Bewijs?
Is dat een bewijs dat het nu beter is? We hadden helaas geen referentiekader. Geen vrachtwagen met duiven die alleen mais kregen, naast een auto op dezelfde losplaats die gevoerd werden met het Transportvoer. Ik denk dat de pleuris ook was uitgebroken, als was gebleken, dat de duiven die de Transport mengeling hadden gekregen, beter en sneller naar huis waren gekomen, wat overigens wel voor te stellen was. Tijd voor nieuw onderzoek. Wetenschappelijk onderzoek zeg maar. Maar ja, de WOWD had toen geen interesse. De uitnodiging staat nog steeds heren van de WOWD!!
De rekenaars van de afdelingen.
Het goede nieuws is, dat er al een aantal afdelingen zijn overgegaan op een Transport mengeling. Ook zij hebben geen referentiekader en weten niet wat de verschillen in verzorging zouden zijn geweest. Maar zij doen dit al vele jaren naar volle tevredenheid. Een van de eerste vragen die ik krijg van sommige afdeling bestuurders is: Wat kost dat voer eigenlijk? En… eten de duiven daar ook meer van? Kun je ons niet wat korting geven? Mijn antwoord is dan altijd: wat staat er bij uw afdeling centraal? De prijs van het voer of het welzijn van de duiven? Vragen naar de prijs moet altijd de laatste vraag zijn. Als de duiven beter worden verzorgd, meer water drinken ( meer vocht voor onderweg), als er meer duiven fit en vitaal thuiskomen… Dan worden er de volgende vlucht meer duiven ingekorfd, tot aan het einde van het seizoen. Is dat niet interessant voor de afdelingen?
Meer duiven die goed en vitaal thuiskomen ligt niet alleen aan het juiste voer, maar ook aan de gehele transport tot op de losplaats. Ik ben ervan overtuigd, dat er veel minder duiven verloren gaan tijdens de vlucht, dan tijdens het transport. De juiste aantallen duiven in de manden en duidelijk minder als het heet weer is. Meer zuurstof en lege rijen in de vrachtwagen Er komen vast en zeker regels vanuit dierenwelzijn van de overheid. Zeker, als wij er een potje van maken.. Al deze zaken bepalen de verliezen meer dan de vlucht zelf. Er valt dus nog veel te winnen. Laten we er alvast op voorbereid zijn.
De overnachtfond.
Bij de overnacht vluchten staan de duiven soms langer dan 2 nachten in de mand. Kijken we naar Barcelona dan is dat soms wel een week. De duiven krijgen ook dan steeds mais te eten. Krijgen we dan vluchten met veel of vaak tegenwind? Dan komen de duiven vaak broodmager thuis. Als ze al thuiskomen. Ook daar kunnen we winst behalen. Ik heb er een mengeling voor gemaakt. Het is van belang dat de eiwit stofwisseling ook in de mand met meer dan 2 nachten mand door moet gaan. Dus ook hier is mais niet het juiste voer. Een mengeling die de eiwit stofwisseling door laat gaan zorgt ervoor, dat de duiven veel beter en vaak sneller thuiskomen. Wie pakt de draad op?
Golfkarton.
Verder moeten we af van het stukje golfkarton in de manden van duiven die meerdere nachten moeten wachten op de lossing. Waarom? Omdat het voor dierenwelzijn niet uit te leggen is dat duiven op stront doorweekte stukjes golfkarton moeten zitten en daar ook nog eens hun voer uit moeten eten. Dat heeft niets, maar dan ook helemaal niets te maken met dierenwelzijn. Ook is het een bron van ziektes zoals paratyfus, wormen, Adeno/Coli, Circo en andere virussen, bacteriën en andere ziekteverwekkers. En u kreeg uw duiven ziek thuis? Nog maar weer eens naar de dierenarts dan en weer geld neertellen voor de volgende kuur? We moeten echt meer denken in oplossingen en niet in problemen. Houtmot is zeker een betere oplossing en er moet dan een verplichting komen om de losplaats schoon op te leveren, deze te filmen en deze verplicht op te sturen naar de afdelingen. Alleen dan zijn we weer welkom op die losplaats. Of iets anders? Geen houtmot? Bedenk het maar. Denk in oplossingen. En stel nou eens, dat er controleurs van de overheid op de losplaats langskomen om de duiven te controleren op hygiëne? Wat zou het dan fijn zijn, dat u als convoyeur trots de deuren los doet en de overheid laat zien, hoe goed wij , de duivensport, dat allemaal voor elkaar hebben.
Water.
Het water dient schoon te zijn en ontdaan van ziektekiemen. Het is daarom van groot belang, dat de watertanks na de vlucht worden geleegd, gereinigd en gedroogd worden, voordat er weer schoon water in komt voor een volgende vlucht. Wellicht met een controlelijst en een handtekening erbij van degene die de verantwoording heeft gehad die week? We moeten de fouten kunnen opsporen en niet onze schouders ophalen als er iets mis is gegaan.
Voerkosten.
Oh ja, de duiven eten gemiddeld 15 tot 17 gram Transportvoer tijdens de eerste 2 keer met 2 nachten mand. Duiven moeten er gewoon eerst even aan wennen en er blijft dan gewoon voer in de manden liggen. Na de tweede vlucht gaan de grammetjes omhoog naar 22 – 23 per duif. Het kan zelfs tot 50% meer voer worden dan met het voeren van mais. Daar staat tegenover dat er minder verliezen zijn en dus wekelijks meer duiven worden ingekorfd, dan in de oude situatie. Dat is natuurlijk goed voor de afdeling, maar ook goed nieuws voor de duivensport. Dus ook beter voor de liefhebber en vooral beter voor het welzijn van de duiven. En daar gaat het toch allemaal om?
Willem Mulder