Van links naar rechts, Lucas Boogaerdt, Hendri Eggink en Arnold Paalman.
Een prachtige foto die behoorde bij een mooi artikel in de larense krant.
Optimale duivensport bereik je door motivatie en observatie
Laren kende vroeger per straat wel 3 à 4 duivenliefhebbers. Bij tal van sportbelevingen is bij een leek enigszins bekend hoe deze sport in elkaar zit. Hoe anders is dit bij de duivensport. Hiervan is bij de leek maar weinig bekend over hoe tijdrovend deze hobby is om met succes te kunnen beoefenen. Hoog tijd dus om in Laren Magazine aandacht te besteden aan deze boeiende sport.
Zo’n veertig à vijftig jaar geleden waren er in het dorp Laren tientallen liefhebbers van de duivensport. Momenteel zijn er nog zeven mensen in Laren die liefdevol met hun dieren bezig zijn en daarmee ook aan wedstrijdvluchten deelnemen. Met drie van hen praat ik over hun sportbeleving.
Tijdrovend
Alle drie heren, Hendri Eggink, Lucas Boogaerdt en Arnold Paalman, zijn bestuurslid van de Lochemse postduivenvereniging Pax Snelpost Combinatie, die momenteel nog zo’n 35 actieve leden telt, of zoals Lucas het noemt, leden met ‘vliegende hokken’. Op de vraag hoe het komt dat het aantal actieve leden zo terugloopt, antwoordt Arnold Paalman, tevens voorzitter van Pax Snelpost: “Tegenwoordig is de keuze enorm groot om je bij de een of andere sport aan te melden. Daarnaast is de duivensport erg tijdrovend. Dag in dag uit ben je bezig met je dieren. Ik ga zelfs in het vliegseizoen, van eind april tot medio september, niet op vakantie.”
Van vader op zoon
Lucas is ook van mening dat je, in tegenstelling tot vroeger, het niet meer voor elkaar krijgt om een duivenhok in een woonwijk te plaatsen. En de tijd dat de hobby overging van vader op zoon is volgens Hendri grotendeels voorbij. En Hendri kan uit ervaring spreken, want zijn vader Gerrit had zo’n zestig jaar geleden aan de Zutphenseweg in Laren al een hok met wedstrijdduiven staan. Zoonlief trad dus in de voetsporen van zijn vader, maar gooide een paar jaar geleden het bijltje erbij neer. “Ik had geen plezier meer achter het huis. Ik kon het niet meer opbrengen om dagelijks zoveel energie in de hobby te steken om steeds aan de top mee te kunnen draaien,” aldus Hendri, die nog wel secretaris is van de Lochemse postduivenvereniging.
Eijerkamp
Arnold was als kleine jongen al bezig met konijnen. Toen bij afwezigheid van de kleine Arnold een handelaar wat van zijn konijnen kwam ophalen, liet deze een aantal sierduiven achter in het hok van Paalman. Van deze duiven kon Arnold geen afstand doen en wat doen duiven? Die vermenigvuldigen zich en al gauw had de jonge Arnold een hok vol duiven. “Ik heb toen mijn eerste duivenhok gekregen van Henk Schoneveld en ben toen serieus met de duivensport begonnen. In 2004 werd ik lid van Pax Snelpost. Ook kreeg ik op jonge leeftijd een baan aangeboden bij de duivenmagnaat Eijerkamp in Zutphen,” vertelt Arnold enthousiast. Paalman is sinds enkele jaren professioneel bezig met de duivensport en maakt deel uit van de maatschap Eijerkamp-Paalman.
Duivinnen en doffers
Bij Lucas werd de liefde voor de duivensport overgebracht door zijn grootvader. Lucas vertelt dat hij met Kerstdagen de duivinnen koppelt met de doffers om zo een zo goed mogelijk nest jonge duiven te kweken. “Met de echte wedstrijdduiven kweken we maar één nestje met jongen, zodat de duiven conditioneel niet te veel inleveren. Soms gebeurt het ook wel dat een duivin en doffer zonder tussenkomst van ons gaan koppelen. En daar krijg je dan soms best goede jongen van,” is de ervaring van Lucas.
Alle drie heren zijn het met elkaar eens dat wanneer je de duiven in topconditie wilt houden, het observeren van de dieren erg belangrijk is. Je moet voldoende motivatie hebben om deze sport met voldoening te kunnen beoefenen. Ook moet de liefhebber het verlies van duiven kunnen accepteren, niet alleen tijdens de vluchten, maar ook thuis wanneer de duiven worden losgelaten voor hun dagelijkse uitje in het luchtruim. Sommige leden verliezen daarbij jaarlijks soms vele duiven die door slechtvalken en haviken uit de lucht worden geplukt. Niet gek dus dat Hendri tijdens ons bezoek bij de hokken van Lucas een slechtvalk waarneemt, een vogel die zelfs door een leek hoog in de lucht al niet waargenomen zou worden, laat staan herkend.
Wedstrijdvluchten
Vanaf het derde weekend van april is er dus elke zaterdag een wedstrijdvlucht variërend van 250 tot 700 kilometer. Zowel Arnold als Lucas doen aan deze wedstrijden mee met hun duiven. Er zijn ook zogenaamde marathonvluchten, van 700 tot 1.200 kilometer, bijvoorbeeld naar Bordeaux of Marseille. Bij dergelijke vluchten kunnen de duiven, mits ze ’s ochtends om 7 uur worden gelost, dezelfde avond rond negen uur weer op de klep van de duiventil zitten. “Vlak voordat de duiven met een vrachtwagen naar hun losplaats worden gebracht, mogen de duivinnen en de doffers elkaar nog even zien. Zodoende ontstaat er bij de dieren een drang naar huis om elkaar weer zo snel mogelijk terug te zien. Bij de wedstrijd doen de vrouwtjes niet onder voor de mannetjes. Ze vliegen per slot van rekening in dezelfde wedstrijd,” vertelt Lucas.
Wanneer het weer en met name de windrichting meezitten, kan een duif die een afstand van zo’n 600 kilometer overbrugt zelfs al na vijf uur thuis zijn. “De duiven zelf hebben geen wedstrijd. Die komen ook niet juichend over de streep. Maar voor ons is de zaterdag wanneer er een wedstrijd is, de mooiste dag van de week. Die beleving wanneer de eerste duif binnenkomt, is geweldig,” vertelt Arnold.
Hitteprotocol
Alles wat met dieren te maken heeft, ligt momenteel onder een vergrootglas. In de duivensport zijn ze zich daar ook zeker van bewust. Er wordt dan ook alles aan gedaan om zo diervriendelijk mogelijk met de duiven om te gaan. “Het dierenwelzijn staat ook bij ons voorop. Zo is er een hitteprotocol dat aangeeft dat de vlucht wordt afgelast bij temperaturen boven de 28 graden Celsius. Tevens geeft het IWB (Instituut Wedvluchten Begeleiding) advies over de
weersomstandigheden met betrekking tot de duivensport. Zo kan bijvoorbeeld een wedstrijd worden afgelast of ingekort,” laat Hendri Eggink weten.
Olympiade
Verder is er voor de duiven-liefhebbers elke twee jaar in Europa een Olympiade voor duiven. In 2024 organiseert de Nederlandse Duivensportbond dit in het MECC in Maastricht. De Olympiade is een tentoonstelling waar de mooiste duif van de show bekend wordt gemaakt en er worden ook duiven getoond. Elk land mag per discipline in de sportklasse drie wedstrijdduiven inzenden die het afgelopen seizoen de beste prestatie hebben geleverd. Hendri Eggink stond al eens tijdens zo’n Olympiade met een van zijn duiven op de reservelijst. Tevens is er dan ook een duivenverkoopbeurs.
Postiever kijk op duivensport
Arnold hoopt met een verhaal als dit dat er positiever naar de duivensport wordt gekeken en dat er niet alleen berichten in de krant komen dat er weer eens een duif voor 2 miljoen euro is verkocht of dat een wedstrijdvlucht een slecht verloop kent. Wat Lucas betreft mogen geïnteresseerde liefhebbers best eens bij hem stage komen lopen om zo meer over de duivensport te leren.
Tekst: Jan Eggink | Fotografie: Ovii • Britt Haarman