12-04-2023 De WOWD Transport voerrichtlijnen.

Nutritionist (voersamensteller) en Voedingsadviseur Willem Mulder.

Met ingang van vandaag ga ik de aankomende tijd een artikel plaatsen op de woensdag die geschreven zijn door Willem Mulder.

Zijn artikelen zijn vaak leerzaam en interessant.

Ik ben hem dan ook zeer dankbaar dat hij zijn artikelen naar mij verstuurt voor plaatsing op mijn site.

Willem Mulder is sinds 2006 werkzaam bij de firma Matador als graanspecialist en voedingsadviseur. Daarvoor was hij 12 jaar in dienst bij Garvo diervoeders.

Zijn doel (visie) is om de dieren (duiven) beter tot hun recht te laten komen, zodat er harmonie ontstaat. Zowel voor het dier zelf als ook tussen fokker en het dier. Hij werkt vanuit openheid en eerlijkheid, en streeft altijd naar “wat kan ik bijdragen”. Hij kan slecht tegen onrecht, egoisme en hoogmoed. Hij behoord niet tot de mensen die van het leven alles willen “hebben”, maar tot hen die aan het leven willen “geven”. Zijn doel is om de kennis over voeding voor duiven over te dragen. Ook om meer inzicht te geven over hoe we onze duiven het beste gezond en in topvorm kunnen krijgen. Zodoende kan weer die harmonie ontstaan tussen fokker en de duif.

Hieronder zijn eerste bijdrage.

De WOWD Transport voerrichtlijnen.

Zoals we allemaal hebben kunnen lezen doet de WOWD een voorstel om naast het verstrekken van mais tijdens het transport nu ook bepaalde mengelingen toe te staan. Zij doen dit, om wildgroei te voorkomen en dat is natuurlijk volkomen terecht. Er zijn zoals we allemaal wel weten, verschillende Transport mengelingen op de markt. Ten eerste ben ik daar zelf debet aan. En dit op het verzoek van Steven van Breemen om het vervoer op het gebied van voeding voor de duiven duidelijk te verbeteren. Was dat dan nodig zal door sommigen worden gesteld. 

Nieuwe ontwikkelingen.

Mijns inziens wel. Zoals we allen weten eten de duiven op de inkorfdag met name kleine zaden en granen. Het moet al flink koud zijn, willen ze nog mais eten. Mais geeft warmte en als het al behoorlijk warm is, zal mais dus niet het meest gewenste voer zijn voor de duiven. Maar….. hoor ik al vele liefhebbers zeggen. “We voeren al zeker de laatste 50 jaar mais. Waarom zou dat dan nu ineens anders moeten”? Die vraag is vrij simpel te beantwoorden. De duivensport is op veel gebieden in de laatste 25 jaar wel flink veranderd. Als eerste kunnen we noemen: de selectie van de duiven voor de verschillende vluchten. Duiven die het goed doen op de dagfond of op de overnacht fond, worden geselecteerd en daar kweken we duiven uit die daar steeds beter in worden.

In België gebeurt dat met name ook met de vitesse duiven. Je kunt daar wekelijk duiven inkorven die 40 km – 50 km moeten vliegen. Binnen een uurtje zijn die weer thuis.  Eén of twee rondjes rond het hok vliegen kan betekenen: geen eerste prijs en zelfs helemaal geen prijs. Zo snel kan het gaan.  

Het constateren is ook enorm veranderd. De klokken en de gummiringen zijn ingeruild voor een elektronisch systeem. We hoeven de duiven niet meer in de hand te nemen en zelfs niet eens meer thuis te zijn. We kunnen de duiven nu ook zelf afslaan en de uitslag per app doorsturen. We kunnen in meerdere afdelingen op het internet direct zien, waar een duif gevallen is en weten meteen de tijden en de snelheid van de duif.

Verbeteringen in de voeding.

De voeding voor de duiven heeft de laatste 25 jaar ook een enorme ontwikkeling doorgemaakt. Die is helemaal aangepast aan de vlucht, de weersomstandigheden en de afstanden die gespeeld worden. Zelfs op de geschatte vlieguren. Dankzij de windtunnel testen kennen we het vetverbruik per vlieguur. Koolhydraten voor het eerste uur vliegen, eiwitten voor de spieren en vetten als de belangrijkste brandstof. Er is wetenschappelijke kennis over welke koolhydraten, welke eiwitten, welke vetten en op welk moment het beste gevoerd kunnen worden. Maar nog steeds hoor ik  de opmerking: “wat 50 jaar geleden goed genoeg was, zal nu ook toch wel goed genoeg zijn?” Of: “laat maar zitten hoor, het zal mijn tijd wel duren”. Daar komen we niet verder mee.

En toch…

Kunnen we dan gewoon maar alle mengelingen toestaan? Stel dat een fabrikant aan de afdeling(en) een paar palletjes overgebleven ruivoer of vliegvoer voor een zacht prijsje aanbiedt. Kan dat dan zomaar gevoerd worden? Het antwoord is nee. Dat kan absoluut niet. Dan is de keuze voor het voeren van alleen mais beter. Daarmee kun je in ieder geval minder fouten maken dan door alles maar toe te staan. De hoeveelheid aan peulvruchten, die in de ruimengeling en vaak ook in vliegmengeling zit,  is meestal veel te hoog. Daardoor zullen de duiven veel afvalstoffen moeten uitscheiden tijdens de vlucht en daar worden ze langzamer van. Ook de kans op ammoniakvorming en op luchtwegproblemen is goed mogelijk. De kleine zaden zoals b.v. koolzaad, raapzaad, millet, kanariezaad en perillazaad verdwijnen in de mest.  Ook gepelde haver en gepelde gerst verdwijnen in de rillen van het golfkarton waar de duiven op zitten. Ik vermoed dat de WOWD wildgroei wilde voorkomen en dat is helemaal terecht.

Langkorrelige witte rijst of rondrijst?

Het is zeker aan te bevelen om aan de transport mengeling rijst toe te voegen. Rijst neemt namelijk veel vocht op en dat is bijzonder goed voor het oriëntatie vermogen en voor de vochthuishouding tijdens de vlucht. We zien echter nogal eens witte rijst in mengelingen die langkorrelig zijn en zeker kleiner zijn dan 3 mm, waar de WOWD terecht de grens legt. Ze verdwijnen voor een groot deel dus ook in de ribbels van het karton waar de duiven op zitten. En dan heeft het geen toegevoegde waarde in de Transport mengeling. Alleen de gepolijste rondrijst voldoet aan de eisen en heeft de goede maat.

Peulvruchten.

Het is ook toegestaan om maximaal 10% peulvruchten in een Transport Mengeling te doen. De achterliggende gedachte is, dat bij duiven die langer dan 2 – 3 nachten in de mand zitten,  de eiwit stofwisseling stopt.“ Met name van het zwaar verteerbare deel uit peulvruchten. Als de vlucht zwaar is, zullen de spieren van de duiven ook meer van dat soort eiwit nodig hebben en dat is dan niet meer beschikbaar.  Met alle gevolgen van dien. Als we een klein deel peulvruchten toevoegen, is het zeer waarschijnlijk dat er meer duiven gaan thuiskomen op de dag dat we die graag willen klokken. Te veel peulvruchten werken juist weer de verkeerde kant op, dus dit is echt wel de ultieme grens.

Andere voordelen.

Als het erg warm is hebben de duiven geen behoefte aan voer, dat alleen maar meer warmte geeft. Mais dus. Als ze dan naast de minimale hoeveelheid van 50% mais ook kunnen kiezen voor andere granen en zaden, is dat alleen maar gunstig. Ze zullen dan ook zeker voor de rondrijst kiezen. Dat houdt vocht vast en geeft meteen ook evenveel energie als dat van de mais. Dat is een groot voordeel en een flinke verbetering voor de duiven. De eerste 1 – 2 keer een goede Transport mengeling voeren is voor de duiven even wennen.  Maar daarna levert het alleen maar voordelen op voor de sport die we samen beoefenen.

Conclusie.

We kunnen concluderen, dat het geven van alleen mais wel beter is dan mengelingen die ongeschikt zijn voor het transport. We kunnen ook concluderen, dat we met de nieuwe richtlijnen voor transport mengelingen van de WOWD absoluut vooruitgang boeken. Zodoende is de kans groter, dat er minder verliezen zullen optreden en dat de duiven vitaler thuis zullen komen. Tenminste, als het vervoer zich houdt aan de richtlijnen en dus op tijd op de losplaats is. Ook op de juiste wijze water beschikbaar stelt. Dat is zeker een voorwaarde voor een succesvolle thuiskomst. Ook voor de afdelingen is het een voordeel. Want als er meer duiven thuiskomen, zullen er de volgende vlucht ook meer worden ingekorfd. Iedereen blij.

Met vriendelijke groet,

Willem Mulder

E-mail: matador@xs4all.nl