Ondanks een goede voorbereiding op de wedvlucht vanuit Bierges van afgelopen week met een mooie 1e, 2e en 3e plek in de vereniging, zitten we nog steeds te wachten op 10 jonge duiven van de 37 jongen welke we mee hadden. Dat is best frusterend. Onze jongen hadden het heel lastig op Bierges. Zie mijn vorige blog.
Veel liefhebbers welke hun jongen alleen speelden op de natour vluchten hadden er last van. Het lag dus niet aan de vorm of gezondheid van onze jongen. Vooral voor de jongen welke na 14 uur nog moesten komen is het van belang of ze wel of geen water konden vinden. Zit jouw jonge duif toevallig bij een plek waar weinig water te vinden is, dan heeft het jong meteen een groot probleem. Zo liepen er bij binnenkomst van onze oude duiven van de vlucht uit Bierges al gauw twee vreemde jongen mee naar binnen. Dorst en nog eens dorst hadden ze. Zelfs onze oude duiven gingen haast op de kop de waterbak in die altijd gevuld staat te wachten op de duiven die over de antenne lopen en door de dringers naar binnen gaan. Onze duiven moeten dus eerst naar binnen gaan om te kunnen drinken. De twee vreemde jongen hebben we na het drinken en wat eten, wat er voor onze duiven ligt, weer buiten gezet. Later zijn ze beiden weer vertrokken. Gezien de temperaturen in de middag waren de duiven te laat gelost maar helaas ging dat nu niet eerder door regen op de losplaats.
Onze jongen hebben op de maandag en dinsdag nauwelijks gevlogen. Ik maak mij er nu nog zorgen om. Maar het was dan ook best warm op beide dagen. Ze moeten de lust om te willen vliegen weer gaan tonen. Ik ben wel zwaarder gaan voeren in de hoop dat ze dat meer energie geeft. Tevens ga ik morgenvroeg niet de wekelijkse africhting van 30 kilometer doen met onze jongen. Gelukkig gaan de temperaturen terug naar normale waarden waardoor ik hoop dat de jongen weer normaal gaan trainen op de woensdag of donderdag. Gaan ze dat niet doen dan zal ik de laatkomers thuis laten voor de wedvlucht vanuit Quievrain.
Nu de oude duiven. Mijn tactiek om de doffers bij de duivinnen weg te halen op de donderdagavond heeft gewerkt. We hadden 2 duivinnen voorop en daarna een doffer. Ondanks problemen met de klok en het verlies van ruim 3 minuten, zitten ze toch nog 1, 2 en 3 in de vereniging. (Helaas niet op de juiste volgorde van hun aankomst maar dat is bijzaak.) Absurd eigenlijk en ik had er ook totaal geen rekening meer mee gehouden. Maar bij onze eerste 10 duiven op het hok zitten maar liefst 8 duivinnen. Dus het eerder apart zetten van de doffers heeft zeker gewerkt.
Deze week gaan we het omgekeerde doen. De jongen in de broedschotels zijn aan het eind van de week een 11 tot 12 dagen oud. Ik ga nu de duivinnen op de donderdagavond apart zetten en laat dan de doffers alleen bij de jongen zitten zodat ze weten dat de duivin er niet is om hun jong te voeren. Wellicht zal het dit keer de doffers motiveren om sneller naar huis te komen. De duivinnen zullen ook extra gemotiveerd zijn, omdat ze graag de jongen willen voeren. Een win, win situatie dus. We gaan kijken wat het wordt.
In tegenstelling tot de jonge duiven, vliegen onze oude duiven ondanks de warmte goed bij huis en met veel plezier. Vrijdag zullen we voor de laatste keer dit jaar gaan inkorven. Dan zit het er op voor onze duiven. We gaan dan de duiven meteen scheiden en door de rui heen begeleiden. De oude en jonge doffers worden op de vakken gezet. De duivinnen komen allen meteen in het duivinnenverblijf waar ze in het vliegseizoen ook worden ondergebracht.
Onderstaand de bijgewerkte overzichten van onze oude doffers en duivinnen met het aantal keren mee en de aantal keren dat ze in de prijzen zaten.
In 2023 gaan we alleen nog maar spelen met onze duivinnen. Hun doffers zullen dan thuis zitten als de duivinnen van de wedvlucht thuis moet komen. Ik denk dat het resultaat erop vooruit zal gaan. Meer top 10 prestaties in de CC4. De doffers zullen dan alleen op de natour vluchten worden gespeeld. Het verzorgen wordt een stuk makkelijker, er gaan minder duiven mee en dat zal zeker het bedrag wat we nu betalen aan vrachtkosten doen verlagen.