Het NPO bestuur maakt in 2024 ruimte in de begroting voor investeringen in de toekomst. Het gereserveerde bedrag bedraagt 100.000 euro, maar daar zal het niet bij blijven omdat de werkelijke kosten hoger worden. In de volgende financiële jaargangen zullen er meerdere reserveringen nodig zijn.
Gezien de financiële uitkomsten van het pensioendossier en de Olympiade hoeven we er niet wakker van te liggen en is de financiële ruimte voldoende aanwezig.
Het NPO bestuur wil graag investeren in de onderstaande twee zaken:
- De NPO streeft naar het langjarig vastleggen van losplaatsen met goede voorzieningen. Dit kan door huur of pacht van de losplaats, te investeren in (mobiele) voorzieningen en het actief onderhouden van goede relaties met lokale contacten.
- De verliezen van de jonge duiven. Gedegen wetenschappelijk onderzoek biedt een kans om oorzaken en dus ook oplossingen te duiden.
De WOWD kwam met een voorstel om een promotieonderzoek aan de Universiteit van Wageningen aan de verliezen met jonge duiven te wijden. Wat is een promotieonderzoek? Promotie is het behalen van de academische graad van doctor door het schrijven en publiekelijk verdedigen van een proefschrift aan een universiteit, onder supervisie van een hoogleraar.
Gedegen, onafhankelijk wetenschappelijk onderzoek dus waarbij naar mogelijke oorzaken wordt gekeken zoals stressfactoren, vervoer en opleiding, eventuele stralingsinvloeden van moderne communicatie apparatuur maar ook naar de genetische ontwikkeling van de postduif.
Het eerste punt om lossingsplaatsen langdurig vast te leggen met goede voorzieningen is zeer wenselijk. We lopen nu een aantal jaren achter de feiten aan, losplaats reeds bezet, te weinig plek en ga zo maar door. Veel liefhebbers zullen dit punt toejuichen.
Klik hierop om het bericht van het NPO bestuur “investeren in toekomst duivensport” te lezen.
Dan het andere punt, onderzoek naar de verliezen bij de jonge duiven. Ik ben er zelf een groot voorstander van en de kans is groot dat wij als duivenliefhebbers antwoorden krijgen op vragen over een aantal zaken die verder onderzoek wensen.
Zo kan ik zelf al drie punten naar voren brengen die nader onderzocht moeten worden, dat zijn:
- Onderzoek voeding van onze duiven op pesticiden. Nanne Wolff schreef er over na conclusies van de Universiteit van Wageningen. Kort gezegt, er worden nog steeds pesticiden gebruikt in de landbouw. Als een duif gedurende 3 dagen maar 4 zaadjes eet met pesticiden zal deze al een verlies krijgen in het vermogen om zich te oriënteren.
- In hoeverre hebben Toxines invloed op de verliezen? Bij een Adeno/Coli bacterie worden er Toxines aangemaakt. Toxines is een giftige stof die meestal uit eiwitten bestaat en die wordt gemaakt in micro-organismen. (bacteriën) Deze Toxines nestelen zich vooral in vettig weefsel. Laat nu bij een duif de hersenen bestaan uit vooral vettig weefsel. De Toxines zijn niet makkelijk uit het lichaam van de duif te verwijderen. Dat moet de duif zelf doen via de lever. Daar staat drie weken voor. Vandaar dat het zeer riskant is om ze dan af te richten omdat de giftige stoffen (Toxines) nog aanwezig zijn in de hersenen waardoor een duif zich niet goed kan oriënteren. De dierenarts vertelde nog dat een duif die op het oog zeer gezond lijkt (klinisch gezond), toch de Toxines in het lichaam kan hebben. Gevolg bij het africhten is dat de duiven op de losplaats blijven draaien en hun weg naar huis niet weten te vinden. De duivenliefhebbers zien dus geen ziekte verschijnselen, maar de duiven hebben het wel.
- Protocollen lossingen en vervoer. Zijn deze nog correct? Ik verwacht zelf dat de protocollen op hoofdlijnen wel correct zijn, mede omdat die jaarlijks worden getoetst met de praktijk. Maar het is zeker niet verkeerd dat een externe partij er onderzoek naar doet en met aanbevelingen komt. Zelf twijfel ik sterk of de protocollen wel juist zijn voor de jonge duiven vluchten met warm weer.
Ik heb heel veel reacties gehad op mijn onderstaande blog:
De mooiste reactie kreeg ik van Steven van Breemen. Zie het onderstaande:
Laat het npo de wowd en het iwb hun plan trekken. Ze hebben het beste met u en de sport voor. Ga niet het wiel weer uitvinden als je niet weet hoe de wagen rijdt met het in gaan op deze materie.
Dat zijn wijze woorden, ik ben persoonlijk fan van hem want hij heeft veel kennis en ervaring in huis. Maar ik wil zeker niet zelf het wiel gaan uitvinden maar graag antwoorden hebben op mijn vraag. Waarom kunnen de jonge duiven niet eerder gelost worden bij warm weer met vaak Oost in de wind, om 11 uur is het dan al 24/25 graden en om 13 uur zelfs 29 of meer graden. De jongen worden pas na 8 uur gelost en vaak pas om 8.30 uur of 9 uur. Maar je moet dan veel duiven voor 11 uur klokken wil de vlucht goed verlopen. Tussen 11 en 13 uur vallen de duiven heel dunnetjes door en na 13 uur komt het geheel stop te liggen. Probleem is dat onze jongen weinig tijd hebben om voor 11 uur terug zijn op hun hokken omdat ze nog 136 km moeten afleggen of zelfs meer. Ik heb het nu al zo vaak mis zien gaan en zal dan ook zelf geen jongen inzetten of heel voorzichtig een klein aantal doffers inkorven. Vaak staat het concours heel lang los en als je mazzel hebt sluit deze voor 13 uur. Vaak is dan nog veel meer dan de helft van de jongen onderweg. Aangezien veel jongen het drinken in de vrachtwagen niet kennen, is dorst ook een groot probleem bij dit weersoort bij onze jongen.
Dit jaar kon er niet gelost worden op de eerste wedvlucht van onze jongen, die bleven overstaan met als gevolg dat veel jongen het drinken geleerd hebben in de vrachtwagen. Zondags werd er gelost en maar een enkeling van mijn jongen had dorst. Het is mij zeer goed bevallen en de eerste 4 jonge duiven vluchten zijn in Noord goed verlopen met weinig verliezen. Dat was in Zuid beslist niet het geval maar hun jongen hebben dan ook niet overgestaan. Die mochten op de zaterdag inkorven met een lossing op de zondag. (Zuid 529 meter laatste prijsduif op de eerste jongen vlucht en Noord 1146 meter) Wel was er sprake van een groot afstandverschil, Noord had 77 km t/m 106 km en Zuid had 103 km t/m 159 km. Overstaan bij de jongen is zo gek nog niet, de stres zal veel minder zijn net als de dorst en zie het verschil in meters bij de laatste prijsduif tussen Zuid en Noord.
Andere reacties waren:
- In België zijn de verliezen met jonge duiven net zo groot als in Nederland.
- Er zijn verschillende soorten inversie. (Hoge en Lage inversie)
- Grondmist zoals ik omschreef is wat anders dan inversie.
- Ook kreeg ik een zeer interessant verhaal mbt de oogjes, deze heb ik doorverwezen naar Nanne Wolff.
De kennis van Steven van Breemen reikt zover, dat hij mij makkelijk het antwoord had kunnen geven op mijn vraag. Hij schreef in 2001 al namens het NPO bestuur de “conceptnota optimalisering wedstrijdsport voor postduiven”, met als onderdeel “concept pilot project vervoer” en “concept pilot project lossingen”
De kans is groot dat deze projecten de basis zijn van de huidige protocollen maar dan jaarlijks bijgeschaaft met de praktijk ervaringen.
Ik heb een afspraak lopen met iemand van de lossingscommissie die mij gaat vertellen waarom het lastig is om jonge duiven bij warm weer vroeg te lossen. Ik kom er zeker op terug maar niet op de korte termijn.
Er zullen veel meer vragen beantwoord moeten worden voor het onderzoek naar de verliezen bij de jonge duiven. Wellicht dat mijn 3 vragen ook op het lijstje van het NPO bestuur komen te staan als de ledenraad ermee akkoord gaat.
Ik zou daar zeker mee akkoord gaan, het kost geld maar het gaat beslist antwoorden opleveren op veel vragen. De universiteit Wageningen is daar een zeer geschikte partner voor. Daarbij komt dat voorkomen veel beter is dan genezen.